Betrokkenheid staat centraal bij familiebedrijf KBM Groep:

'Bouwen moet een feestje zijn’

Cobouw | Door Pieter de Leeuw

De drie zonen van de dit jaar overleden oprichter van KBM Groep, Bart van der Plas, staan sinds 1997 aan het roer van het bedrijf. Iedere broer is verantwoordelijk voor een eigen activiteit binnen het familiebedrijf: bouw, projectontwikkeling en onderhoud.     

In augustus van dit jaar overleed de oprichter van KBM Groep in Katwijk, Bart van der Plas. Hij werd 89 jaar. Zijn drie zonen zijn het erover eens dat de jongste zoon Willem (52), als het gaat om karakter en voorkomen, het meest op hun vader lijkt. Dat mag je een compliment noemen. Want Bart had iets bijzonders in zijn mars.

Hij begon in 1957 als aannemer en bouwde daarna in rap tempo het bedrijf uit. Nu werkt de KBM Groep met honderd man personeel in de Randstad en bestaan de activiteiten uit bouw, projectontwikkeling en onderhoud die keurig zijn verdeeld onder de drie broers.

Betrokkenheid

“Eigenlijk is de cultuur in het bedrijf niet veranderd” zegt Dick (56). Waarmee wordt bedoeld dat hij en zijn broers in de geest van zijn vader het bedrijf leiden. Bart was een doener die precies wist wat er in zijn bedrijf gebeurde. De broers doen het niet anders. Jan Bart (53) die verantwoordelijk is voor de onderhoudsdivisie: “We hebben geen managers die ons updaten, we zitten er heel kort op.”

Wat niet moet worden misverstaan. Betrokkenheid is een groot woord bij KBM. Geduldig legt Willem uit dat ze altijd verder kijken dan hun neus lang is. “Als er een keer iets speelt met een personeelslid, gaan we rustig met hem zitten om er achter te komen wat er aan de hand is en als we zitting nemen in het bouwteam, hebben we voortdurend aandacht voor de gevolgen van wat we doen. We kijken per definitie naar de lange termijn.”

Bouwhumor

In de ruim zestig jaar dat het bedrijf bestaat, zijn er altijd veel woningen gebouwd. Dick: “Tegenwoordig doen we voor het grootste deel gestapelde woningbouw en zijn we heel actief in bouw voor de zorgsector.” Wat opvalt is dat er regelmatig wordt gebouwd voor woningcorporaties. Maar komen ze dan wel uit, nu de prijzen van de bouwmaterialen blijven stijgen? Dick: “Er is een grens natuurlijk, maar we zijn altijd bereid om mee te denken over alternatieve oplossingen die wel in het budget passen. En dat lukt vaak.”

Twijfels over de toekomst hadden de broers amper als jongens en jongemannen. Zij groeiden op met de verhalen van hun vader over het bedrijf, brachten steeds vaker hun vrije tijd door op een bouwplaats waar vooral Jan Bart zich thuis voelde, al was het alleen al vanwege de typische bouwhumor.

Levenswerk

Net als zijn vader is Jan Bart zijn werkzame leven begonnen als metselaar. Wel deden alle drie de broers ervaring op bij andere bouwers. In 1997 namen zij uiteindelijk het bedrijf over. Begin dertig waren ze toen. Bart was geen dominante vader. Hij gaf zijn zonen de ruimte om zich de rol van directeur eigen te maken. Maar zijn levenswerk loslaten was zo makkelijk nog niet.

Eerst werkte hij nog een paar jaar door als ontwikkelaar waarbij hij een fijne neus bleek te hebben voor kansrijke locaties die door andere partijen over het hoofd werden gezien. Willem: “Hij zag vaak als eerste een kans. Daarin was hij een pionier.”

Helemaal losgelaten heeft hij het bedrijf nooit. Tot kort voor zijn overlijden kwam hij drie keer in de week een kopje koffie drinken, de krant lezen en zich laten bijpraten. Als het daarover gaat, steken de zonen hun bewondering niet onder stoelen of banken. Jan Bart: “Hij was enorm betrokken. Als de uitslag van een aanbesteding binnenkwam, was hij de eerste om te bellen om te vragen of we gewonnen hadden. Het mooie was dat hij met ons meeleefde, maar zich nooit aan ons opdrong.”

Liever geen aanbesteding

Over aanbesteding gesproken, voor Jan Bart hoeft het niet. “Ik vind het zo zonde.” Liever is hij vanaf het allereerste begin betrokken bij het bouwteam. “Dan moet je met elkaar toch goede afspraken kunnen maken, ook over het budget en de planning. Een aanbesteding gaat er toch vaak om dat de prijs zo scherp mogelijk is en dat juridisch alles wordt dichtgetimmerd. Wat mij betreft is dat geen basis om lekker samen te werken. Bouwen moet een feestje zijn.”

Waarmee niet is gezegd dat KBM nooit meedoet aan een aanbesteding. “We weten uit ervaring dat we heel concurrerend zijn.”

Elke dag contact

Nooit eens ruzie gehad? Dick: “Als ik soms aan mensen vertel dat ik samen met mijn broers de directie vorm, zeggen ze, ik moet er niet aan denken om dag in, dag uit met mijn broer of mijn zus samen te werken, maar wij zijn met elkaar en met het bedrijf opgegroeid. We hebben nog nooit ruzie gehad. Terwijl we heel verschillend zijn. Ik zie het als een kracht van het bedrijf.”

Willem: “We zitten één keer per maand met elkaar om de tafel, maar iedere dag hebben we, ik weet niet hoe vaak, contact.” Jan Bart: “Ieder van ons is verantwoordelijk voor zijn eigen onderdeel van het bedrijf en met ons drieën zijn we verantwoordelijk voor de hele groep.”

Delen: