Cobouw | Door Petra Platschorre
Prefab bouwen moet je gewoon gaan doen, vindt Dick van der Plas, directeur van KBM Groep. Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen. Maar verwacht er niet teveel van qua bouwvolumes, waarschuwt de bouwer: de gemeentelijke procedures zijn te traag.
De zaken gaan goed, vertelt algemeen directeur Dick van der Plas aan de telefoon. Er zijn genoeg projecten voor KBM Groep. Net als bij andere bouwers die meededen aan het BouwMonitor-onderzoek, is de orderportefeuille prima gevuld. Een mooi vooruitzicht voor het jubileumjaar: volgend jaar bestaat het Katwijkse familiebedrijf 65 jaar, vertelt Van der Plas opgewekt.
Langjarige overeenkomsten
Samen met zijn twee broers staat hij aan de leiding van de bouwonderneming, sinds 1997. Dat de zaken prima gaan, komt ook omdat het bedrijf zich op meerdere takken richt. Een daarvan is onderhoud, wat ze vooral voor woningcorporaties uitvoeren.
“We hebben langjarige onderhoudsovereenkomsten, dus dat zorgt altijd voor een stabiele basis”, legt de directeur uit.
Daarnaast valt er ook genoeg te doen binnen de andere takken van sport: de woningbouw en de zorgbouw. Binnen de woningbouw gaat het vooral om gestapelde woningen, binnen de zorg bouwen ze voor instellingen voor mensen met een beperking en ouderenhuisvesting.
“In beide sectoren hebben we een goed gevulde orderportefeuille de komende jaren.”
Tijd en energie
Dat doen ze met zo’n honderd vaste werknemers, en een flexibele schil. Echte personeelstekorten, waar veel bouwers mee kampen, lijken KBM Groep nog niet te raken. “We hebben nog niet veel problemen om aan mensen te komen”, zegt Van der Plas. “Maar daar moet je wel veel energie in steken.”
Zo houdt het bedrijf goed contact met onderwijsinstellingen, bieden ze stageplaatsen op alle niveaus en leiden ze mensen zelf op. “Je moet actief betrokken zijn en inzetten op scholing en training. Door mensen zelf op te leiden en goed te begeleiden, zijn we ook in staat om jongeren voor de sector binnen te halen. Maar je moet er wel iets extra’s voor doen.”
Prefab scheelt handen
Nieuwe ontwikkelingen kunnen daarbij helpen. Uit het BouwMonitor-onderzoek bleek dat bouwers die met prefab werken, dat onder andere doen om arbeidstekorten enigszins op te vangen. Zo ook Van der Plas. Het scheelt toch weer werknemers op de bouwplaats, zegt de bouwer.
In hun nieuwbouwprojecten hebben ze steeds minder mensen nodig. Die worden dan weer vooral in de onderhoudstak ingezet, waar prefabricage minder een rol speelt. “Je ziet in die tak met prefab al wel het nodige gebeuren op het gebied van verduurzaming voor corporaties. Maar het echte mutatieonderhoud en dagelijks onderhoud is het traditionelere werk. Daar heb je de mensen wel nodig.”
Gestapelde fabriekswoningen
De industrialisatie zal de bouw dus niet helemaal overnemen, maar Van der Plas verwacht wel dat de komende jaren flinke stappen worden gemaakt. “Daar moet je optimaal op inspelen. De ontwikkeling is ingezet en zal steeds meer toenemen.”
Zo begon het met prefab-onderdelen, nu rollen al hele woningen uit de fabriek. “Die ontwikkeling van fabriekswoningen was eerst vooral gericht op grondgebonden woningen. Maar die ontwikkeling gaat nu ook naar de gestapelde woningen. Daar maken wij ook gebruik van.”
Een eigen fabriek bouwen is niet mogelijk, daar heeft het bedrijf de schaalgrootte niet voor. Maar inkopen bij andere woningbouwfabrieken kan wel. Daarnaast richt het bedrijf zich ook op het gebruik van prefab onderdelen, zoals casco’s, gevels en daken.
Sneller bouwen
Door de combinatie met digitalisering, een speerpunt van het bedrijf, wordt er ook flink wat bespaard op faalkosten.
En prefab bouwen is gewoon stukken sneller, zegt de directeur resoluut. Dat is dé reden dat ze met prefab zijn gaan werken. “Dus enerzijds heb je minder mensen nodig, en anderzijds bouw je ook veel sneller. Die mogelijkheden moet je grijpen. En laten we ook het duurzaamheidsaspect niet vergeten.”
Trage procedures
Toch plaatst Van der Plas kanttekeningen bij die snelheid van bouwen. Wil de bouw prefab inzetten om het woningtekort op te lossen, dan is er meer nodig. Want het bouwen an sich is niet het probleem: “Het gaat om het traject vooraf. Met prefab kun je in een hoog tempo een gebouw realiseren, maar we hebben te maken met trage procedures. Het behandelen van plannen bij gemeenten gaat traag.”
Met name de soms beperkte capaciteit bij gemeenten werkt tegen. Honderdduizend woningen per jaar bouwen? Dat gaat op deze manier niet lukken, denkt Van der Plas. “In dit tempo ga je dat niet redden. Daar moet wel iets gaan veranderen om die doelstelling te kunnen behalen.”
Echt een kans
Hij is niet de enige die dat denkt. 67 procent van de bouwers uit het BouwMonitor-onderzoek vindt het niet realistisch om 845.000 woningen tot 2030 te bouwen. Aan prefab ligt dat dus niet: bijna de helft van de bouwers ziet dat echt als kans voor het bedrijf.
Van der Plas schaart zich ook bij die groep: “Het is écht vooral een kans. De mogelijkheid om het te gebruiken word je geboden, waarmee je in staat bent beter en sneller te bouwen. Dan moet je als bedrijf met beide handen die mogelijkheid aangrijpen.”